Meertaligheid uitgelegd
Een meertalige taalontwikkeling ontstaat wanneer een kind (op jonge leeftijd) emigreert, als beide ouders een verschillende taal spreken of als er thuis een andere taal wordt gesproken dan op school. Het kunnen spreken van verschillende talen is ontzettend knap en kan de ontwikkeling op een positieve manier beïnvloeden. Vaak heeft meertaligheid cognitieve voordelen. Kinderen die meerdere talen beheersen zijn vaak beter in staat om complexe problemen op te lossen doordat zij beter informatie die er niet toe doet, opzij kunnen schuiven.
De definitie
We spreken van meertaligheid wanneer een kind in aanraking komt met ten minste twee talen in de opvoeding. Bij kinderen waar de ouders vanaf de geboorte verschillende talen spreken tegen het kind, noemen we dit simultane meertaligheid. Dit betekent dat de talen (voor het grootste gedeelte) tegelijkertijd worden aangeboden aan het kind. Wanneer de “andere taal” tijdens een latere fase in het leven wordt geleerd, heet dat successieve meertaligheid. Hierbij heeft de aangeleerde moedertaal meer invloed op het leren van de nieuwe taal in de zin van taalgevoel. Dit maakt het leren van een tweede taal vaak makkelijker.
Forceren
Het is voor kinderen niet leuk wanneer ze gedemotiveerd worden in het spreken van een andere taal. Onbedoeld gebeurt dit helaas nog regelmatig. Door de ene taal boven de andere te plaatsen, is het kind vaak minder geneigd om de andere taal nog goed aan te leren. Probeer dus interesse te tonen in de andere taal van het kind en vraag de docent of peuterjuf of -meester hier ook rekening mee te houden. Je kunt je kind helpen bij het leren en blijven beheersen van verschillende talen, door per locatie of persoon de talen te scheiden. Zo weet je kindje dat er op de kinderopvang alleen maar Nederlands wordt gesproken en dat er thuis bijvoorbeeld alleen Arabisch wordt gesproken, zonder dat hier een waardeoordeel aan hangt.
Taalachterstand
Vaak heerst er het vooroordeel dat meertalige kinderen te zijner tijd een taalachterstand gaan ontwikkelen in een of beide talen. Dit is echter absoluut niet waar. Het is juist gebleken dat kinderen zich prima kunnen aanpassen. Zeker tussen 0-4 jaar maakt het een kind weinig uit welke taal je gebruikt omdat zij interpreteren via context en toon. Wel kan het zijn dat het wat langer duurt voor je kind de grammaticaregels of de woordenschat van de minst dominante taal volledig onder de knie heeft. Dat is een heel normaal verschijnsel. Meestal loopt een kind deze achterstand vlot in naarmate beide talen evenveel aandacht krijgen.
Zorgen
Toch kan het zijn dat je kind een achterstand ontwikkelt en op school problemen ondervindt vanwege de taal. Zodra deze signalen je bereiken is het belangrijk om dit aan te pakken. Een achterstand kan ontstaan doordat het kind te vaak wisselingen in taal hoort of omdat ze één of beide talen niet voldoende aangeboden krijgen om een goed gevoel voor de taal te ontwikkelen. Kenmerken van een achterstand zijn onder andere het niet begrijpen van instructies en/of het niet begrepen worden door de omgeving. Hierdoor kunnen problemen ontstaan in de communicatie met leeftijdsgenootjes, leerkrachten, volwassenen, tijdens het sporten, etc.
Heb je twijfels of er bij jouw kind daadwerkelijk sprake is van een (meertalige) ontwikkeling die anders verloopt dan normaal, of wil je advies over hoe je thuis aan de slag kunt om de taal of talen te stimuleren, kan je je aanmelden bij Logopediepraktijk Marisplein. Hier wordt je kindje persoonlijk geholpen en ontvangen jullie zorg op maat.