Praten als een pro: Mijlpalen in de taalontwikkeling van je kind
Het is een magisch moment: je kind zegt zijn eerste woordje. Vanaf dat moment lijkt er een wereld open te gaan. Een wereld vol brabbels, zinnetjes en uiteindelijk hele verhalen. Maar hoe verloopt de taalontwikkeling eigenlijk? En wat kun jij als ouder verwachten en doen om je kind te stimuleren in deze ontwikkeling?
Van eerste klanken tot kleine gesprekjes: zo groeit taal
De taalontwikkeling begint al veel eerder dan je denkt. Al voor de geboorte neemt deze ontwikkeling een start. In de buik hoort je kind je stem, je intonatie en ritme. De passieve ontwikkeling van taal is begonnen. En na de geboorte gaat het razendsnel:
0-6 maanden: klanken ontdekken
Je baby communiceert vooral met huilen en lichaamstaal. Rond 6 weken komt vaak het eerste ‘sociale’ lachje. Daarna volgen klanken zoals kirren en gorgelen.
6-12 maanden: brabbelen
Je baby begint te experimenteren met klanken: “baba”, “dada”, al snel gevolgd door een variatie aan klanken. Je hoort soms al toonhoogteverschillen, alsof er echte zinnetjes worden geoefend. Je kunt er alleen nog weinig van verstaan.
12-18 maanden: eerste woordjes
Rond de eerste verjaardag hoor je meestal het eerste verstaanbare woord. De woordenschat groeit langzaam, en elk nieuw woord is een overwinning.
18-24 maanden: woordenschat-explosie
Je peuter leert nu meerdere woorden per dag en begint twee-woordzinnen te gebruiken zoals “mama drinken”.
2-3 jaar: zinnen maken
Je kind praat in korte zinnen en gebruikt werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden. Het begrijpt veel meer dan het zelf kan zeggen.
3-4 jaar: verhalen vertellen
De taal wordt duidelijker en de zinnen langer. Je kind vertelt kleine verhaaltjes, stelt vragen en begint oorzaak-gevolg te begrijpen.
4-5 jaar: klaar voor school
De zinsbouw en grammatica zijn beter ontwikkeld. Je kind gebruikt meervouden, verkleinwoorden en tijdsvormen. De woordenschat komt in een stroomversnelling. Met het naar school gaan opent zich een geheel nieuwe wereld voor je kind en daar horen de typische schoolwoorden bij.
6-12 jaar: van praten naar echt communiceren
Tijdens de basisschoolleeftijd wordt taal een krachtig hulpmiddel om te leren, samen te werken en de wereld te begrijpen. Het functioneel en adequaat inzetten van taal wordt hierbij steeds belangrijker:
– Kinderen gebruiken nu volzinnen met correcte grammatica.
– Ze leren lezen en schrijven, wat de taalontwikkeling nog verder stimuleert.
– Ze kunnen steeds beter uitleggen hoe iets werkt of hoe ze zich voelen.
– Ze begrijpen en gebruiken humor, woordgrapjes en spreekwoorden.
– De woordenschat groeit dagelijks, mede door school en sociale interactie.
Vanaf 9 jaar:
– Kinderen denken abstracter en gebruiken steeds complexere zinsconstructies.
– Kinderen leren argumenteren, samenvatten en meningen onderbouwen.
– Er ontstaat meer begrip voor figuurlijk taalgebruik, zoals ironie of sarcasme.
– In gesprekken passen kinderen hun taalgebruik steeds beter aan op de situatie en gesprekspartner.
Wat kun je als ouder doen om de taalontwikkeling van je kind te stimuleren?
- Het allereerste en belangrijkste advies is: creeer (spel)situaties waaraan jullie allebei plezier beleven. Het in contact zijn met elkaar is daarbij veel belangrijker dan correct woordgebruik of het gebruiken van lange zinnen. Vanuit contact ontstaat communicatie, en dat gaat het gemakkelijkst vanuit gedeeld plezier!
- Wees je daarbij bewust van je eigen ‘beschikbaarheid’. Hoe beschikbaar ben je voor je kind in bepaalde situaties? Denk hierbij aan het gebruik van je telefoon. Als jij op je telefoon bezig bent, ben je op dat moment eigenlijk niet beschikbaar voor je kind. Een gesprekje met je kind tijdens het scrollen op je telefoon of het beantwoorden van berichtjes zal kwalitatief veel minder opleveren dan wanneer je er daadwerkelijk bent en dit ook uitstraalt in je mimiek en lichaamshouding.
- Kijken: Volg de ontwikkeling en interesses van je kind. Sluit aan bij zijn interesses en beleefwereld. Probeer niet te sturend te zijn in spelsituaties door een heel spelconcept te bedenken voor je kind, maar volg je kind in zijn spel en voeg daar in kleine stapjes taal toe.
- Wachten: Geef ruimte aan je kind. Ervaar dat stiltes die vallen, nuttig kunnen zijn. Leer wachten tot je kind reageert, zonder zelf deze stiltes op te willen vullen met nieuwe talige informatie (of vragen).
- Luisteren: Luister goed naar wat je kind inbrengt. Laat je kind vertellen en toon oprechte interesse.
- Voeg taal toe waar mogelijk en geef taalfoutjes in de goede vorm terug. Vraag hierbij niet om herhaling. Dit frustreert vaak alleen maar en haalt het plezier uit het contactmoment.
- Als je kind uit zichzelf niet zoveel vertelt; blijf dan toch met hem in gesprek. Daag uit door prikkelende gespreksstarters in te zetten waarbij je bij jezelf blijft en indirect uitnodigt tot een gesprek: Ik heb vandaag toch zoiets leuks gedaan…
- Vermijd in alle gevallen een vragenvuur. Hoe meer vragen je stelt; hoe geslotener een kind vaak wordt.
- Heeft je kind heel veel moeite met vertellen, maar kan het zich wel op een andere (creatieve) manier uiten? Zet deze middelen gerust in om een gesprek te openen. Laat hem een tekening maken over de dag op school, het uitje naar de dierentuin, etc. Bekijk deze tekening samen als het af is en stimuleer je kind bij zijn tekening te vertellen.
- Samen liedjes zingen, gebaren maken bij de liedjes of lekker dansen op de muziek zorgt voor een nieuwe impuls van taal. Maak hier spelletjes van door de muziek ineens stop te zetten waardoor een regel afgezongen moet worden, of verander woorden op speelse manier om creatief bezig te zijn met taal.
- Lees samen (voorlezen). Ook met oudere kinderen! Bespreek het verhaal, stel vragen, klets over wat ze ervan vinden. Gedurende de hele basisschoolperiode is dit een prachtige manier om taal te verwerven.
- Speel met taal. Denk aan raadsels, spreekwoorden, moppen of creatieve schrijfopdrachten.
- Spelletjes spelen in de algemene zin van het woord zorgt voor gedeeld plezier in het contact met de ander en stimuleert vanuit die invalshoek tal van taalgebieden! Bordspelletjes, kaartspelletjes, behendigheidsspelletjes; alles telt!
- Stimuleer nieuwsgierigheid. Laat je kinderen nieuwe woorden ontdekken en ervaren. Gebruik hierbij verschillende zintuigen (voelen, proeven, ruiken,etc.)
- Bij de oudere kinderen; leer hen gebruik maken van (beeld)woordenboeken als ze een woord tegenkomen wat ze niet begrijpen.
Wanneer hulp zoeken?
Ieder kind ontwikkelt zich in een eigen tempo. Maar blijf alert op signalen, zoals moeite met het vormen van zinnen, slecht verstaanbaar spreken, of weinig interesse in praten of lezen. Twijfel je? Overweeg dan om de SNEL in te vullen https://www.kindentaal.nl/snel. Het is ook altijd mogelijk een vrijblijvend consult aan te vragen bij een logopedist.
Tot slot: Plezier is de sleutel tot contact, taalleren én zelfvertrouwen. Of je kind nu net begint met brabbelen of een spreekbeurt voorbereidt – blijf samen praten, lezen en lachen. Taal groeit met liefde en aandacht!
Dit artikel is geschreven door Suzanne van Straaten