Hoe verloopt taalontwikkeling bij kinderen?
Taalontwikkeling is een bijzonder proces dat aan de ene kant wordt aangedreven door een aangeboren aanleg die het kind heeft op alle ontwikkelingsdomeinen, en aan de andere kant wordt gestimuleerd door taalaanbod uit de omgeving. Ongeacht cultuur of taal verloopt de taalontwikkeling volgens bepaalde 'mijlpalen'. In dit artikel lopen we stap voor stap de taalontwikkeling bij langs.
Prelinguale/Preverbale fase (0-12 maanden)
Taalontwikkeling begint al direct na de geboorte. Baby's communiceren door te huilen. Tussen de 6 en 24 weken oud maakt je kind de eerste geluidjes. 'Ah', 'eh', 'oh' en 'uh' zijn het makkelijkst. Vanaf 6 maanden combineert hij klinkers en medeklinkers ('mamama', 'dadada', 'wadada') waarbij de intonatie wisselt. Dit wordt ook wel brabbelen genoemd. Na 8 maanden begrijpt je baby het verband tussen zijn gedrag/communicatie en jouw reactie, onder andere door te kijken en te wijzen.
Vroeg linguale fase (12 maanden-2,5 jaar)
Rond de 12 maanden spreekt je kind zijn eerste woordjes uit. Maar de woordenschat is nog klein. Iedere man is 'papa', ieder voertuig is 'auto'. Veel woorden worden nog niet goed uitgesproken of er worden moeilijke klanken weggelaten. 'School' wordt 'sool' en 'sorry' wordt 'solly'. Langzaamaan breidt de woordenschat zich uit en worden woorden samengevoegd tot zinnetjes van twee tot drie woorden. Een kind van 18 maanden gebruikt gemiddeld 50 woorden. Op tweejarige leeftijd is dit gegroeid tot gemiddeld 200 woorden.
Differentiatiefase (2,5-5 jaar)
Vanaf 2,5 jaar komt je kind in de differentiatiefase en kan hij steeds meer dingen duidelijk maken met taal. Ingewikkelde klanken, zoals /r/, en samengestelde klanken (/sch/ en /kl/) worden makkelijker en het kind wordt steeds beter verstaanbaar. Ook worden zinnen langer: een kind van 3 produceert zinnen van gemiddeld 3-5 woorden. Een jaar later zijn dit 4-6 woorden en wordt de opbouw wat complexer. Ook groeit de woordenschat extreem snel en gebruikt het kind vervoegingen, verkleinwoorden en bijvoeglijke naamwoorden. Bovendien kan het kind steeds meer grammaticale regels toepassen. Als gevolg kunnen ze gaan 'overreguleren': ze passen de regels toe in situaties waar dit niet nodig is ('hij loopte').
Voltooiingsfase (5-9 jaar)
In de voltooiingsfase wordt de taal 'afgemaakt'. Je kind bezit alle bouwstenen die het nodig heeft en kan nu de puntjes op de i zetten. Over het algemeen kan het kind alle ingewikkelde klanken uitspreken, al wordt dit af en toe bemoeilijkt door het wisselen van de tanden. Daarnaast denken kinderen meer na over taal, waardoor ze creatiever kunnen worden in hun taalgebruik.
Logopedie
Heb je het idee dat je kind achterloopt in zijn taalontwikkeling? Dat betekent niet direct dat er sprake is van een taalontwikkelingsstoornis. Bovengenoemde leeftijden zijn enkel een gemiddelde. Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen tempo. Dat geldt ook voor taal. Toch is het belangrijk om bij twijfel aan de bel te trekken. Om meer inzicht te krijgen in de taalontwikkeling van je kind kun je online de SNEL-test uitvoeren. Daarnaast is het goed om een logopedist in te schakelen. Die kan vaststellen of er daadwerkelijk sprake is van een taalontwikkelingsstoornis en, indien nodig, actie ondernemen.