Heeft mijn kind een spraak- of taalachterstand?

Heeft mijn kind een spraak- of taalachterstand?

Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen tempo. Als je kinderen met elkaar vergelijkt, zie je waarschijnlijk grote verschillen. Misschien merk je op dat je kind een achterstand heeft in vergelijking met leeftijdsgenootjes. Je kind gebruikt slechts enkele losse woordjes, is slechter te verstaan dan leeftijdsgenootjes of gebruikt zelfs nog helemaal geen gesproken taal in het contact met anderen. Is dat normaal of moet je je zorgen maken? Wanneer trek je aan de bel?

Spraak- en taalachterstand

Normale spraak- en taalontwikkeling

De meeste kinderen zeggen rond de eerste verjaardag hun eerste woordjes, maar dit is natuurlijk slechts een leidraad. Sommige kinderen beginnen al met acht of negen maanden voorzichtig met praten. Andere kinderen zeggen hun eerste woordjes pas als ze achttien maanden oud zijn. De eerste woordjes verwijzen vaak naar personen of dingen die belangrijk zijn voor het kind. Ook in de spraakverstaanbaarheid zien we grote verschillen. Op jonge leeftijd is het normaal dat nog niet alle klanken correct worden uitgesproken. Jonge kinderen vereenvoudigen de lastige articulatieklanken voor zichzelf, waardoor klanken vervangen worden of worden weggelaten.

Als je kind van 2 nog niet praat

Als je kind van 2 nog niet is begonnen met praten, en al zijn leeftijdsgenootjes al wel, dan zet je hier als ouder wellicht vraagtekens bij. Wanneer het praten van je kind laat op gang komt, kan dit verschillende oorzaken hebben.
• Er is (te) weinig taalaanbod. Kinderen ontwikkelen taal doordat ze het veel in hun omgeving horen. Er wordt tegen hen gepraat en ze horen hoe anderen tegen elkaar praten. Wanneer je kind niet of minder wordt gestimuleerd om taal te gebruiken, zowel direct als indirect, dan kan hij een taalachterstand oplopen.
• Je kind heeft regelmatig een oorontsteking. Hierdoor kan het zijn dat je kind regelmatig een periode slecht hoort, waardoor hij minder profiteert van het taalaanbod krijgt en een achterstand kan oplopen.
• Er is sprake van een ander gehoorprobleem. In Nederland worden alle kinderen direct na de geboorte getest op gehoorproblemen, maar in een enkel geval wordt dit op latere leeftijd pas ontdekt.
• Er is sprake van een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Hierbij heeft je kind in de basis moeite met taalbegrip en taalgebruik. Het probleem ligt dus niet enkel bij spreken, maar uit zich ook op andere vlakken.
• Er is sprake van bredere ontwikkelingsproblematiek, waardoor het kind er langer over doet om de functie van taal te ontdekken en gebruiken taal daarom nog weinig op jonge leeftijd.

Ongeveer 10 tot 15% van de tweejarigen is wat later met praten zonder dat er verder iets aan de hand is. Dat stelt misschien wat gerust. Wel is het heel belangrijk om bij twijfels tijdig aan de bel te trekken. Breng je zorgen ter sprake bij een bezoek aan het consultatiebureau of vraag om een consult bij de logopedist. Ook is het mogelijk om online de SNEL-test te vullen om de taalontwikkeling van je kind in beeld te krijgen. Naar aanleiding van de uitkomst volgt een advies.

Taalontwikkeling stimuleren

Als ouder kun je een aantal dingen doen om de taalontwikkeling van je kind te stimuleren. Hierbij is het voornamelijk belangrijk om het taalaanbod te optimaliseren. Kijk vooral naar wat je kind interessant vindt. Is hij gefascineerd door de verschillende bloemen in de tuin? Of kijkt je kind uitgebreid hoe jij je aankleedt? Speel daar dan op in. Vul de taaluitingen van je kind aan waar mogelijk en probeer nieuwe woorden en begrippen in zoveel mogelijk situaties toe te passen. Ook voorlezen en het spelen van (taal)spelletjes stimuleert de taalontwikkeling van je kind.